vrijdag 21 oktober 2016

Dag 7/52-54 Bishkek-Kaskelen (nabij Almaty)

Verrassend afwisselend parcours deze laatste 3 dagen, eerst over een besneeuwde bergketen en dan in een steppelandschap, evenwijdig met de bergketen. Op de allerlaatste dag overschreed ik de kaap van de 25.000 km, afgelegd sinds mijn vertrek uit Pulle meer dan 3 jaar geleden.

Het fietsen in de steppe, bijna vlak en bochtenarm, is ideaal om weg te mijmeren en terug te blikken op deze herfst-etappe. Dit was een bijzonder gevarieerde etappe, in extreem uiteenlopende condities.
Het begon in de hitte van de biljartvlakke Turkmeense woestijn en het aangrenzende semi-woestijngebied in het zuiden van Uzbekistan.
Dan kwam de Pamir Highway, die uiteenvalt in gedeelten met elk hun zeer specifieke karakter en moeilijkheid. Sinds het afsluitende hoge deel van de Pamir Highway fiets ik in soms barre winterse omstandigheden, die mij noodzaken mijn route te vereenvoudigen (in te korten) en die kamperen virtueel onmogelijk maken. Het wordt dus tijd voor de winterstop.
Op fysiek vlak was het mijn meest veeleisende tocht ooit, ik heb mijn limieten (en die van mijn fiets) afgetast. Ik heb wel geluk gehad met mijn gezondheid: ik ben een van de 3 mij bekende fietsers die zonder parasieten in de ingewanden de Pamir is doorgekomen. Slechts 1 dag had ik een onschuldige diarree. Ik ben wel benieuwd wat de weegschaal mij thuis gaat vertellen...
Een van de aangename aspecten van de Pamir Highway was het contact met andere fietsers uit alle windstreken. Regelmatig kwam ik dezelfde gezichten weer tegen en wisselden we verhalen en tips uit. Dat ik een generatie ouder ben speelde hoegenaamd geen rol, de kameraadschap was heel prettig. Mijn initiële bezorgdheid om helemaal alleen te zijn op de Pamir Highway was met andere woorden vlug verdwenen.

Hoe gaat het nu verder volgende lente? Het zal alleszins minder speciaal zijn. Aan aantrekkelijke opties geen gebrek. Het vooruitzicht die opties te bestuderen tijdens de wintermaanden thuis trekt mij heel erg aan.
Nu verblijf ik in Kaskelen, 20 km west van Almaty, bij Warmshowers-man Sergey en zijn gezin, die mijn fiets en mijn bagage tijdens de winter zal bijhouden. Hij gaat mij naar de luchthaven brengen om 3 u 's nachts, een 40-tal km van hier. Het is hartverwarmend hoeveel vriendschap je krijgt van wildvreemde mensen zo ver van huis. Misschien is dat nog het allerprettigste aspect van reizen met de fiets.

maandag 17 oktober 2016

Dag 7/50 Bishkek

Toen ik deze ochtend in de taxi over de hoge passen reed zag ik dat het een heel goede beslissing is geweest niet te fietsen. Op de hoogste stukken weg lag ijs, iets lager sneeuwpap. Zichtbaarheid heel klein, en verse sneeuwval met veel wind op de koop toe. Kamperen onmogelijk, en de weinige hotels op de route zagen er gesloten uit.
De tunnel was levensgevaarlijk: amper verlicht, niet verlucht, abominabel wegdek, zigzaggende auto's.
De taxi was helemaal niet duur: voor ons en de fietsen (die mooi rechtop achterin konden) betaalden de Japanner en ik elk 14 euro. Naast ons waren er nog twee passagiers, die waarschijnlijk nog minder betaalden, maar soit. Daarmee waren we ineens 300 km verder.
In Bishkek hoorde ik van een Belg, die gisteren terugkwam van het Issyk-Kul meer, dat het daar ook sneeuwde. Het idee om langs daar rond naar Kazachstan te fietsen was daarmee ineens afgevoerd.
Dat betekent dat er mij nu weinig meer rest dan gewoon over de grote baan naar Almaty te fietsen. Na een bezoek aan Bishkek morgen doe ik dat in principe op 3 dagen. De terugvlucht naar België kan dan een paar dagen vervroegd worden.

zondag 16 oktober 2016

Dag 7/49 Toktogul

Lange fietsdag want vanaf morgen worden drie regendagen voorspeld, en ik wilde daarvoor in dit stadje zijn. Hier begint in principe de klim naar een hoge bergpas.
Van een koppel backpackers dat een paar dagen geleden over de pas reed per taxi kreeg ik een Whatsapp bericht: de pas is ondergesneeuwd, op de weg ligt sneeuwslijk, zij zagen drie camions die geslipt waren. Dat ga ik dus niet riskeren met de fiets.
Samen met een Japanse fietser ga ik morgen op zoek naar transport, allicht ineens tot in Bishkek want op de eerste volgt nog een tweede klim. Die eindigt in een tunnel waar je niet doorheen kan fietsen. Er is immers geen verluchting, en de walmende uitlaatgassen van de camions zijn hier niet te harden. Een tiental jaar geleden is er in die tunnel trouwens een dode gevallen door CO-vergiftiging.
De rit van vandaag was nog maar eens wondermooi. Na een flinke col volgde een lang parcours rond een gigantisch meer, omringd door hoge bergen.

zaterdag 15 oktober 2016

Dag 7/48 Kara-Kul

Zware dag... Slechts 50 km gefietst, maar wat een tegenwind! En meer dan 1000 hoogtemeters, de hele tijd op en af naast een smal stuwmeer, inclusief een paar tunnels. Het landschap deed mij sterk denken aan het Koman-meer in Albanië, met dat verschil dat Luk en ik toen op het water voeren.
Op een bepaald ogenblik werd ik tijdens het klimmen door de tegenwind letterlijk omver geblazen, met fiets en al. Gelukkig was er bijna geen verkeer.
Eigenlijk was mijn plan nog 40 km verder te geraken, maar reeds tijdens de voorbije nacht, toen de Noordoostenwind begon op te komen en ik van het flapperen van de tent niet goed kon slapen, had ik door dat dat niet zou lukken.
Nu verblijf ik in een hotelletje in het mooie dorp Kara-Kul.

Dag 7/47 Razan-Sai

Vorige nacht heeft het veel geregend, en het grootste deel van de ochtend reed ik in de regen. Ik mag niet klagen, want dat is van Armenië geleden! Dat betekent toch een dikke 90 opeenvolgende regenloze dagen.
Daarna klaarde het op, maar nu, tegen de avond, zijn er weer onheilspellende wolken. Ik ben benieuwd voor de nacht.
De heuvels zijn definitief achter mij. Nu rijd ik weer het gebergte in. De laatste 20 km reed ik een alsmaar nauwer wordende kloof in. Na het gehuchtje waar ik kampeer wordt het voor 45 km langsheen de rivier bijna onmogelijk om nog kampeerplekken te vinden.

donderdag 13 oktober 2016

Dag 7/46 Kochkor-Ata

Mooie rit door rollende heuvels overwegend landbouwgebied en grasland. Na het middageten een klop van jewelste, en onderdak gezocht en gevonden in een eenvoudig hotel.
De dorpen doen hier heel sovjetachtig aan. Veel monumenten van toen staan er gewoon nog, het opschrift CCCP vind je nog frequent terug. Lenin is goed vertegenwoordigd in straatnamen en met standbeelden.


Dag 7/45 kamperen

Eindelijk terug normaal slapen dankzij de lagere hoogte! Wat een luxe... En eindelijk terug zonnig nazomerweer, zodat ik weer in korte broek en sandalen kan rijden. De nachten zijn wel behoorlijk koud.
Deze ochtend afscheid genomen van Tomaz, mijn leuke metgezel op het hoge deel van de Pamir Highway. We waren het er over eens dat we een goed team waren. Tomaz blijft nog een paar dagen in Osh.
Ik ben dus weer alleen, op weg naar Bishkek (de Kirgizische hoofdstad) over de grote baan. Mijn plan was eigenlijk om van deze baan af te rijden richting de meren Song-Kul en Issyk-Kul, maar ik hoor dat deze weg nog slechter is dan de wegen in Tajikistan, en vooral ook dat deze weg, die heel hoog gaat en heel eenzaam is, ondertussen al onder de sneeuw ligt. Het is te laat in het jaar.
Eigenlijk vind ik het niet erg: ik heb genoeg gehotst en gebotst en geniet ervan over asfalt te rijden. Vanuit Bishkek loopt er een weg naar Issyk-Kul die waarschijnlijk beter is, maar ik zal nog moeten zien hoeveel tijd ik nog heb wanneer ik in Bishkek aankom.
Onderweg naar Bishkek moet ik ook over een paar passen van meer dan 3000 m, waar allicht al sneeuw zal liggen.
Ik ben heel blij dat ik terug kan kamperen.

maandag 10 oktober 2016

Dag 7/43 Osh

Rustige laatste dag op de Pamir Highway. De col was minder zwaar dan iedereen zegt, vergelijkbaar met een gemiddelde col in de Alpen of de Pyreneeën: lange klim op goed asfalt, zelden meer dan 8 % stijgingspercentage. En dan de lange afdaling naar Osh, met spijtig genoeg tegenwind zodat we toch flink moesten trappen. We vonden dat we dat niet verdienden...

zondag 9 oktober 2016

Dag 7/42 Gulcha

Eerst 2 cols, en dan een lange afdaling met flink wat haarspeldbochten en verder naast een bergrivier tot uiteindelijk 1600 m hoogte. Naar ondertussen goede gewoonte stak gaandeweg een aanzwellende tegenwind op uit het noorden, zodat het toch nog een zware rit werd. Maar het majestueuze decor deed dat helemaal vergeten.
We slapen in een guesthouse met een 'normale' badkamer, en we kregen voor het eerst in weken een gevarieerde avondmaaltijd.

Dag 7/41 Sary-Tash

Na een bijna slapeloze nacht was dit de gemakkelijkste dag in de Pamir tot nu toe. We vertrokken op 4100 m bij -7 °C op een slechte besneeuwde weg zodat we uiterst voorzichtig moesten zijn, maar na een 25-tal km en een heel eind lager kwamen we op asfalt. Alsmaar naar beneden, tot we hier in Sary-Tash op 3200 m belandden.
De omringende bergen waren adembenemend mooi. In de verte zagen we de Lenin Piek, meer dan 7000 m hoog, liggen.
Vanaf nu hebben we asfalt tot in Osh, eindpunt van de Pamir Highway. Wel nog een kleine 200 km met twee fameuze beklimmingen, maar globaal gezien vooral afdalen tot ongeveer 1000 m hoogte. Dat is dus wat ons de volgende 2 dagen te wachten staat.  Dan zal ik eindelijk terug normaal kunnen slapen...

Dag 7/40 Kizil-Art pas

We vertrokken heel vroeg omdat het traject van vandaag berucht is voor de tegenwind die in de loop van de dag opsteekt.
Op het programma 2 cols, de eerste 4232 en de tweede 4336 m hoog. Toen we van de eerste naar de tweede aan het rijden waren stak de tegenwind op, gevolgd door een sneeuwstorm. Eigenlijk was het geen sneeuw maar horizontaal vliegende ijskorreltjes, recht in het gezicht, zo scherp dat ze de ogen pijn deden. De combinatie met het slechte slapen, het hoge stijgingspercentage en de 'washboard' wegbedekking was er voor mij teveel aan: toen we 2 km voor de col aan de Tajiekse grenscontrole kwamen had ik een collaps van jewelste.
Gelukkig konden we in de verwarmde barak van een paar vriendelijke werkmannen schuilen voor de sneeuw. We mochten mee-eten, maar ik kreeg amper een hap naar binnen.
Compleet groggy wachtten we op het einde van de sneeuwstorm, twijfelend of we zouden kunnen verder rijden tot aan een huis dat we 3 km voorbij de col wisten liggen.
Toen na 2 uur de zon even doorkwam gingen we door de Tajiekse grenscontrole, klommen zwoegend naar de top en begonnen de bijzonder glibberige afdaling in een fantastisch berglandschap. We waren maar al te blij dat het huis bewoond was door een man en wat vrienden, en dat we er mogen overnachten. Tot even later twee Russische koppels, per auto onderweg, aanklopten met de vraag te mogen overnachten.
Bijgevolg slapen we met zijn elven in 1 kamer, zonder enige verluchting.

donderdag 6 oktober 2016

Dag 7/39 Karakul

Rustdag in een prachtig kader. Het is hier muisstil. In de loop van de dag kwamen er dreigende wolken die sneeuw aankondigen in de omringende bergen. Hopelijk blijven we daar morgen van gespaard. Maar vooral: hopelijk kan ik eindelijk eens beter slapen. Ik voel dat ik niet veel reserves meer heb.
Onze gastvrouw bakt het brood buiten in een primitieve voorverwarmde oven door de platte deegschijven met thee te bevochtigen en ze dan tegen de hete wand te plakken.

woensdag 5 oktober 2016

Dag 7/38 Karakul

Wat een nacht alweer. We lagen met zijn negenen in de woonkamer, waar ook een kacheltje had gebrand. Veel zuurstof was er dus niet. Tussendoor een huilende baby. Weinig of niet geslapen.

Omdat we vlak onder de pas overnachtten konden we de dag beginnen met de laatste 4 km van de beklimming. De zwaarste 4 van mijn leven: hoog stijgingspercentage, rotslechte weg, maar vooral het gebrek aan zuurstof waardoor we heel vaak moesten stoppen tot we weer min of meer normaal konden ademen. Eenmaal boven was de voldoening echter immens. Ik ben in mijn leven nog nooit zo hoog geweest.
De daaropvolgende 20 km gingen hoofdzakelijk over 'washboard', dikke dwarse ribbels op regelmatige afstand. Dat is de ergste wegbedekking. Er is geen enkele goede snelheid om er over te rijden, en zowel fiets als fietser worden ongelooflijk door elkaar gerammeld. Daarop volgde eindelijk aanvaardbaar asfalt.

We hebben vandaag onderweg maar een paar auto's gezien.

Door de weeral opkomende tegenwind waren we allebei volkomen van de kaart als we in het dorpje Karakul aankwamen. We vonden daar een allersympathiekste homestay.

We gaan hier een dag blijven om terug op krachten te komen, maar vooral om van het fantastische kader te genieten: Karakul ligt aan het gelijknamige meer, omgeven door besneeuwde bergen. China en Kirgistan zijn vlakbij. We reden gisteren en vandaag trouwens lang naast de prikkeldraadversperring waarachter een neutrale zone Tajikistan en China scheidt.

Dag 7/37 vlak bij de Ak-Baital pas

Toen ik uit België vertrok was mijn idee dat ik ook in het hoge deel van de Pamir Highway vaak zou kamperen. Ik heb dan ook een hele winteruitrusting mee (grotendeels geleend van schoonbroer Luc), van thermisch ondergoed over donzen superslaapzak tot reddingsdeken. Wist ik veel hoe het hier in oktober is...

Uiteindelijk vertrok ik toch met alleen Thomas, want de anderen wilden een extra dag in Murghab blijven.
Met zijn tweeën klommen we vandaag van Murghab de hele dag richting Ak-Baital pas, met een almaar feller en kouder wordende tegenwind, maar wel in een stralende zon. Kamperen was gewoon uitgesloten, want om 15 u was de temperatuur al gezakt tot 7 °C, en 's nachts vriest het hier tot -15 °C. Met deze wind zou ik mijn tent zelfs niet opgezet krijgen. Ik hoorde het verhaal van een Japanner, wiens tent inclusief slaapgerief hier gewoon wegvloog. Je moet hier geweest zijn om het je te kunnen inbeelden.
We wisten dat er op 4 km van de pas een huis staat, maar we waren niet zeker of het bewoond was. Dat was onze laatste kans, want het alternatief was de pas oversteken en dan een heel zware afdaling doen tot een karavanserai, waar we een beetje (koude) beschutting zouden hebben tegen de wind. Maar we waren al zo moe...
Gelukkig is het huis bewoond door een koppel met 5 kleine kinderen, en waren we welkom om binnen te slapen. Opgelucht dat ik was!
We slapen dus op 4430 m hoogte, wat de kwaliteit van de slaap niet zal verbeteren.

maandag 3 oktober 2016

Dag 7/36 Murghab

Heel de nacht wakker gelegen door de kortademigheid, en ik voel het. Hopelijk slaap ik volgende nacht beter, want we zouden morgen met een klein groepje vertrekken: Thomas de Sloveen, Tim en Jess uit Engeland, en Cyrille uit Nederland.
Murghab heeft een einde-van-de-wereld atmosfeer. De foto's tonen de bazaar, een stoffige straat met aan weerszijden containers waarin vanalles verkocht wordt.

zondag 2 oktober 2016

Dag 7/35 Murghab

Een dag kan soms raar verlopen. De eerste 70 oostwaartse km, inclusief een col, hadden we furieuze rugwind. Zelden meegemaakt. We werden letterlijk over de col gedragen.
Dan kwam een 90° bocht naar het noorden, en op slag moesten we vechten als de beesten om vooruit te geraken. Het weer werd dreigend, en er viel zelfs wat regen. De resterende 35 km werden daardoor heel zwaar, en ik kwam uitgeput in Murghab aan.
Het landschap onderweg was buitenaards mooi.
Thomas en ik hebben besloten hier een rustdag in te lassen voor we de kers op de taart van de Pamir Highway aanvatten: de 4655 m hoge Ak-Baital pas.

Dag 7/34 Alichur

Bijzonder zware rit met twee serieuze cols van meer dan 4000 m hoog, samen meer dan 1000 stijgmeters. En net in die beklimmingen was er geen asfalt. Gelukkig was er tussen beide welgeteld 1 huis, waar de bewoners (twee vrouwen) ons met gebaren uitnodigden op hete thee.
Voorbij die cols kwamen we in de hoge Pamir, een maanlandschap met bijna geen begroeiing. Onderweg passeerden we een paar zoute meren. We zijn nu in een lange en brede vallei met aan weerszijden hoge bergen.
In Alichur is geen elektriciteit, water wordt gehaald aan een handpomp midden in het dorp. We verblijven in een homestay, waarvan de eigenaar een beetje Engels spreekt. Om te kamperen is er teveel wind en koude. Maar binnen een paar dagen zullen we wel moeten...
In de winter kan de temperatuur hier zakken tot -50 °C. Verwarmen doen ze door gedroogde mest te verbranden.
Het avondeten dat we kregen was, alles in acht genomen, bijzonder lekker. Douchen konden we in een met een kacheltje verwarmd kamertje door kokend en koud water naar believen te mengen in een emmer en dan met een pollepel over ons te gieten. Zo simpel kan het zijn. Heerlijk!
Ik slaap nog steeds slecht door de hoogte, maar overdag heb ik van de hoogte geen last, ook niet bij het klimmen.
Morgen een dikke 100 km naar Murghab, het centrum van de oostelijke Pamir. Onderweg is er geen bewoning, water voor de hele dag moeten we meenemen.

donderdag 29 september 2016

Dag 7/33 Jelondy

Wat een nacht. Ik was de hele tijd kortademig door de hoogte, en ik heb amper een oog dichtgedaan.
Vanaf hier moet ik nog een 800 m klimmen naar de eerste vierduizender col (Koitezek, 4272 m), en die klim met de daaropvolgende afdaling zijn niet geasfalteerd. Daarna een tweede col, en dan op en af tot Alichur (3900 m). Alles bijeen een 85 km in volstrekt verlaten gebied, waarvan een 50-tal op asfalt.
Het lijkt me geen goed idee dat vandaag te doen, vooral omdat ik dan 400 m hoger eindig dan waar ik nu al ben. Gelukkig is tijdens het fietsen het zuurstoftekort minder problematisch dan bij het slapen.
Ik zal mezelf goed moeten observeren en zonodig de medicatie tegen hoogteziekte nemen die ik bijheb.

Terwijl ik aan het middageten ben komt Thomas aan, een jonge Sloveen die ik ik Korogh heb leren kennen. We besluiten vanaf morgen samen te rijden. Voor de bewoningloze ritten tot Murghab is het leuk gezelschap te hebben. Ook na Murghab is er tot Sary-Tash in Kirgistan heel weinig bewoning, maar in Murghab zou ik graag op Alberto en compagnie wachten, als dat wachten niet te lang duurt.
Op de foto, genomen tijdens een namiddagwandeling, het dorp Jelondy vanuit de hoogte. Thomas vertelde dat om aan de hoogte te wennen je beter niet gewoon rust (wat mijn plan was), maar een paar honderd meter klimt en weer daalt.

Dag 7/32 Jelondy

De mensen volgen hier de zon en gaan vroeg slapen: om 19.45 u ging op de boerderij iedereen naar bed, en ik volgde uiteraard hun voorbeeld.

Na een hele dag op, en soms ook neer, bevind ik mij nu op 3500 m. Het verrast mij dat, zelfs op deze hoogte, er nog steeds kale begroeiing is. Die is nu getooid in prachtige herfstkleuren.
Jelondy is een samenraapsel van wat huizen, gegroepeerd rond een heetwaterbron waarrond een (wel heel primitief) sanatorium is gebouwd. Het komt mij goed uit dat ik hier in een aparte kamer kan slapen, want ik ben flink moe en heb nood aan privacy. Ik voelde bij het fietsen dat de lucht ijler en zuurstofarmer wordt.

Het avondeten is een afknapper: de typische bouillon met een schapeknook en oudbakken brood. Als ik vraag of ik nog iets kan krijgen serveren ze een bordje gebakken aardappelen die zo vettig zijn dat ik er maar een paar naar binnen krijg. Om te drinken alleen thee. Culinair is Centraal-Azie geen hoogvlieger!

Rond halfzeven valt in heel het gebouw de elektriciteit uit voor de rest van de avond. Dat wordt midden in de nacht hersteld. Wat wij in het westen evident vinden (voedselveiligheid, hygiëne, elektriciteit, stromend water,...) is dat hier allerminst.

 

 

woensdag 28 september 2016

Dag 7/31 Vuzh

Na een extra dag rust voelde ik me deze morgen goed genoeg om uit Korogh te vertrekken. Mijn ingewanden zijn tot rust gekomen.
Aan een heel traag tempo 65 km afgelegd, met amper verkeer en grotendeels over behoorlijk asfalt. Ik ben nu op 2700 m. Het decor is weeral spectaculair.
Toen ik aan een boerderij vroeg of ik mocht kamperen zeiden ze eerst van wel, maar ze kwamen dadelijk zeggen dat ik binnen mocht slapen. Dat kwam goed uit want er is buiten een felle koude wind. Om 18.45 u wordt het hier al pikdonker.
Ze zijn nu aan de typische Pamir-maaltijd: een kom bouillon met daarin een paar stukken schapenvlees, en daarbij zelfgebakken brood. Dat zag ik nu niet zitten (en zal ik nog genoeg moeten eten), dus ik hen duidelijk gemaakt dat ik een beetje ziek ben, en heb voor mezelf pasta klaargemaakt. Een kom zelfgemaakte kefir (gefermenteerde melk) kon ik niet afslaan en is trouwens behoorlijk lekker.
Stromend water is hier niet, elektriciteit wel. De hygiëne is ver zoek. Slapen doen ze op een dun matrasje op een verhoog. Ik slaap bij de boer op de kamer. Ik ben benieuwd...

maandag 26 september 2016

Dag 7/29 Korogh

Tot nu was ik de enige van alle fietsers die ik tegenkwam die geen maag-darmproblemen had of had gehad. Nu weet ook ik ervan...
De hele nacht over en weer naar het toilet met vliegende diarree en braken. Gelukkig dat ik voor het eerst sinds 4 nachten niet aan het kamperen ben. Korogh is de enige stad (30.000 inwoners) in het gigantische Pamir gebied, en bij toeval overkomt me dit terwijl ik in een hostel verblijf.
Deze ochtend met zijn vieren naar een diagnosecentrum voor onderzoek van de stoelgang. Verdict: bij Alberto en bij mij negatief op parasieten, bij Andreas en Stephanie positief. En zeggen dat wij constant opletten met wat we eten en drinken.
Ik voel me dus heel slap en blijf hier tot ik me weer helemaal beter voel. Een beetje vervelend want in de hoge Pamir wordt het nu snel kouder.

zondag 25 september 2016

Dag 7/27-28 Korogh

Twee zalige dagen in heel prettig gezelschap, alsmaar langs de Panj-rivier. Heel leuk gekampeerd en gekookt. Morgen scheiden zich onze wegen: ik heb beslist verder de eigenlijke Pamir Highway te volgen, mijn 3 compagnons doen de omweg langs de Wakhan corridor.
Ik ben nu sinds Dushanbe meer dan 600 km op de Pamir Highway, nu nog 321 km tot Murghab en 740 km tot eindpunt Osh.
Vanaf nu verandert het parcours grondig. Ik ben nu rond de 2200 m hoogte, eerst klim ik geleidelijk naar het Pamir hoogplateau, dat rond de 4000 m ligt. Ik ga die klim op 't gemak nemen om mijn lichaam te laten wennen aan de hoogte. Er komen een aantal nog hogere cols, en ik kom in heel ander weer terecht. Koude nachten, overdag kan de temperatuur met wat geluk nog tot 15-18 °C oplopen. Er is een flinke kans dat ik met sneeuw te maken krijg, en de wind zal een hoofdrol spelen.
Ik ben heel benieuwd hoe dit mij zal afgaan, want het wordt mijn eerste ervaring met fietsen en kamperen in winterse omstandigheden. Af en toe zal ik hopelijk in een homestay kunnen slapen. Bevoorrading met eten en water wordt cruciaal.

vrijdag 23 september 2016

Dag 7/26 Deh

Ik kom superlatieven te kort voor wat ik meemaak. In dit waanzinnige landschap voel ik me heel klein, maar vooral heel geprivilegieerd. De foto's zullen een heel partieel beeld geven.

Ik geniet volop van het gezelschap van Andreas, Stephanie en Alberto. Ze zijn nog geen 30 maar accepteren mij volledig als compagnon. Ik ben heel blij dat ik ze zonder probleem kan volgen. Ze proberen mij te overhalen na Khorog niet de "gewone" Pamir Highway (de zogenaamde M41) te volgen, maar samen met hen een veel ruigere variant. Dat is de zogenaamde Wakhan corridor, die langer is en uiteindelijk terug uitkomt op de M41. Ik twijfel heel erg, want dat zou betekenen dat ik een dag of 6 helemaal off road zou gaan, terwijl de M41 toch partieel geasfalteerd is.

donderdag 22 september 2016

Dag 7/25 Kurgovad

De hele dag de zeer snel stromende Panj-rivier stroomopwaarts gevolgd aan de Tajiekse kant, de rechteroever. Dat zal nog een 200-tal km duren, tot Khorog. Over die 200 km gaat het heel traag naar een hoogte van 2000 m.
De weg is ooit geasfalteerd (ik vermoed in de Sovjettijd), maar daar schiet heel weinig van over. Het gaat constant op en af. De omringende bergen zijn duizelingwekkend hoog.

De overkant, Afghanistan, is soms maar een flinke steenworp ver. Ook aan die kant is er een weg naast de rivier, die in een nog veel slechtere staat is. Hoe ze die soms in de bijna verticale rotswand hebben kunnen uithouwen is mij een raadsel. Over die weg rijden af en toe brommers, en ik zag ook een stoet zwaar geladen ezels. In de zeer primitieve Afghaanse dorpen zie je de vrouwen zwartgekleed rondwandelen, de jongens spelen voetbal zoals overal in de wereld.

Omdat de weg de hele tijd geklemd zit tussen de rotswand en de rivier is de enige plek waar ik kan kamperen in een dorp, waar de rivier iets verder van de rotswand loopt en er terrasvormige tuintjes en weiden zijn. De plek is ideaal, inclusief een helder beekje.

Terwijl ik dit schrijf komen Andreas en Stephanie, Duits koppel, en Alberto uit Galicië aan. Zij zijn een dag na mij in Dushanbe vertrokken. Zij blijven hier mee kamperen. We leggen alles bijeen en koken en eten samen, heel leuk voor de verandering! Morgen samen verder, ik zie wel of ik hun tempo volg. Ik wil hier zeker niet te snel doorheen racen, want dit maak ik nooit meer mee.